Voordat je kunt gaan leren schrijven, moet je eerst een aantal voorwaarden beheersen.
Die voorwaarden zijn:
- de fijne motoriek;
- de oog-handcoördinatie;
- het richting besef;
- het kunnen starten en stoppen van een verfijnde beweging;
- het kennen van ruimtelijke begrippen;
- het ontwikkelen van vormdiscriminatie en vormvoorstelling.
Hieraan wordt gewerkt met de jongere leerlingen tijdens het voorbereidend schrijven. De methoden die gebruikt worden zijn ‘Schrijfdans’ en ‘Schrijven leer je zo’.
Daarna komt het aanvankelijk schrijven aan de orde. Hier gaat het om het aanleren en automatiseren van het schrijven van letters, cijfers, leestekens en hoofdletters. We kiezen ervoor om de leerlingen blokschrift te leren schrijven met behulp van de methode ‘Schrijven leer je zo’. Bij het voortgezet schrijven staat (naast het methodisch schrijven) het schrijven in taal- en rekenschriften centraal. Door terugkoppeling naar het geleerde methodische handschrift, de aangeleerde schrijfhouding etc. wordt ontsporing van het handschrift tegen gegaan.